Bloedsomloop
De bloedsomloop van een bij bestaat uit twee onderdelen: Het hart en de aorta. Er zit dan ook een essentiëel verschil tussen de bloedsomloop van een bij en de bloedsomloop van een zoogdier:
Het bloed
Het bloed van een bij heet haemolymphe (haemo is bloed (haemoglobyne) en lymphe is een combinatie van weefselvocht en bloedplasma). Een bij heeft gemiddeld 11 tot 13 mm3 Haemolymphevocht. Haemolymphe is niet rood maar een beetje gelig/doorzichtig. Dit komt door het geringe aantal rode bloedlichaampjes.
haemolymphe bestaat uit:
anorganische componenten |
|
organische componenten |
|
hemocyanine |
|
cellen |
|
De functie van haemolymphe is het transporteren van voedingsstoffen (die het opneemt uit de darmwand) naar de organen én het opnemen van schadelijke stoffen en deze brengen naar de Malpighische vaten. Deze werken als een soort nieren voor de bij.
De bloedsomloop
Bij een zoogdier blijft het bloed altijd binnen de bloedbaan (het hart en de aders). De bij heeft daarintegen een open systeem. Dit houdt in dat het haemolymphe vanuit het hart door de aorta naar de kop gepompt wordt. Vervolgens stroomt het haemolymphe vrij door het weefsel naar het achterlijf (zonder aders).
Het hart
Als het bloed vervolgens in het achterlijf is, wordt het weer door het hart opgenomen. Dit gaat als volgt:
Het hart van een bij is niet zoals dat van een zoogdier. Het hart is een buis met aan twee kanten een opening. Het hart is ongeveer 7,5 mm lang. Het hart is verdeeld in 5 op een volgende kamers. Elke kamer heeft 2 gaten aan de buitenkant (ostiën) om het haemolymphe op te zuigen. Om het hart zitten spieren heen, die samen trekken en daarna ontspannen. Daardoor wordt het haemolymphe opgezogen in één van de hartkamers en dan begint het proces weer opniew (het haemolymphe stroomt via het hart door de aorta naar de kop).
Maak jouw eigen website met JouwWeb